donderdag 30 juni 2011

Waarheid vs. mijn waarheid


Al eerder heb ik een paar stukjes geschreven over waarheid. Dat leidde tot heftige discussies. Toch wil ik nog graag iets zeggen over het begrip waarheid. Het blijkt bij veel mensen voor verwarring te zorgen, en het is in mijn optiek essentieel om het helder te hebben:

Er is een (letterlijk) oneindig groot verschil tussen DE waarheid, en onze waarneming ervan. Het zijn twee verschillende dingen. Toch wordt dit vaak door elkaar gehaald.

DE waarheid is simpelweg een gegeven. Het is Dat-wat-is-zoals-het-is, door sommigen ook wel de Schepping genoemd. Het IS gewoon. Het verandert voortdurend van vorm, en onze aanwezigheid als mensen binnen die Schepping, binnen die waarheid, binnen het geheel van Wat-IS, draagt een klein beetje bij aan dat veranderingsproces. Omdat ook wij een klein deel uitmaken van dat geheel en er dus enige invloed op hebben. Net zoals alles dat deel uitmaakt van dat geheel, invloed heeft op het geheel. Het geheel bestaat immers nergens anders uit, dan uit alles wat er zich in bevindt. Dat-wat-is-zoals-het-is, bestaat uit Alles-dat-IS. Het is de totale verzameling van alles dat bestaat, en dat de eigenschappen heeft die het heeft. Het is het Grote Geheel, de totale kosmos met alles wat zich erin bevindt en dat IS zoals het IS: DE waarheid.

Wij mensen zijn gezegend met bewustzijn. Dat bewustzijn maakt het voor ons mogelijk om die Schepping, dat oneindige Grote Geheel, DE waarheid, waar te nemen, en er een beeld van te vormen. We observeren, en interpreteren. Op basis van een mix van observatie en interpretatie vormen we een persoonlijk beeld, en vanuit dat persoonlijke beeld (ons persoonlijk beeld van waarheid), handelen we. Daarbij is onze focus met name gericht op onze directe omgeving. Onze eigen planeet bijvoorbeeld. Maar hoe dichterbij iets is, hoe meer aandacht we ervoor hebben.

Ons beeld, en dus onze beleving van Wat-IS, van DE waarheid, is altijd onvolledig. Wat-IS is oneindig, en wij niet. We kunnen daarom onmogelijk ALLES observeren, en maken daarom persoonlijke keuzes. We kiezen aan welk deel, of aan welke delen van Wat-IS we aandacht besteden, en door het besteden van die aandacht, leren we dat deel kennen en gaan we het beleven.

Hierdoor is het onvermijdelijk dat er een verschil (een gat) ontstaat tussen DE waarheid zoals die IS, en ons beeld ervan. Dat verschil bestaat uit twee dingen:

1- Onvolledigheid. Dat is onvermijdelijk vanwege onze eindigheid en nietigheid ten opzichte van het oneindige geheel. We zijn hier te kort, en we zijn te klein om de gehele waarheid te kunnen observeren. Wij observeren vanuit ons persoonlijke perspectief en ieder ander perspectief geeft een ander beeld. Desalniettemin geeft ieder perspectief een beeld van een stukje van DE waarheid. Al jouw (of mijn) stukjes observatie bij elkaar, vormen jouw (of mijn) persoonlijke en beperkte beeld van De waarheid; onze persoonlijke selectie van waarnemingen van De waarheid: jouw/mijn waarheid.

2- Misinterpretatie. Ons brein is niet alleen in staat om te observeren, maar ook om te interpreteren. En dat opent de mogelijkheid voor vergissingen. Voor misinterpretatie. Zo kunnen we bijvoorbeeld op het verkeerde been gezet worden door anderen. Anderen die ons bewust verkeerde informatie geven (liegen) waardoor onze interpretatie afwijkt van wat-werkelijk-IS. Maar we kunnen ook onszelf voor de gek houden. En dat doen we vaak omdat we graag de waarheid, Wat-werkelijk-IS, zouden willen ombuigen naar wat-we-willen-dat-zou-zijn, in een poging zelf waarheid te fabriceren. Het beeld dat hieruit voortvloeit, is dus niet in overeenstemming met de waarheid. Ik noem dat: jouw/mijn onwaarheid.

Het totaalbeeld is dus een mix van (selectief) waargenomen waarheid, en (al of niet door onszelf) gefabriceerde onwaarheid. Het totaalbeeld, dat voor iedereen dus anders is, bestaat uit zowel waarheid als onwaarheid en de verhouding daartussen ligt bij iedereen anders.

Het omvormen van het aandeel onwaarheid naar waarheid, is wat ik het bewustwordingsproces noem. Het bestaat uit het opruimen van vergissingen, van onwaarheid, door het leren kennen van waarheid. Wanneer je de waarheid over iets leert kennen, dan verdwijnt de voormalige onwaarheid vanzelf. Wanneer je bijvoorbeeld altijd gedacht hebt dat een slang een zoogdier was (vergissing), en je wordt je ervan bewust dat het een reptiel is, dan verdwijnt de voormalige vergissing direct op het moment dat je je bewust wordt van de waarheid over slangen. Je bent er dan achter gekomen dat je oude beeld van slangen tot jouw onwaarheid behoorde. Jouw correcte beeld van slangen behoort nu tot jouw waarheid. Je hebt je beeld over slangen overgeheveld vanuit jouw onwaarheid, naar jouw waarheid. Je bent hierover bewust geworden.

Ons beeld bestaat dus onvermijdelijk uit een mix van waarheid en onwaarheid en de verhouding daartussen verschilt van persoon tot persoon. Meestal wordt dat beeld samengevat met de term ‘mijn waarheid’. Ik zou dat liever vervangen door ‘mijn beeld’, omdat dit beeld zowel waarheid als onwaarheid bevat. De term ‘mijn waarheid’ wordt nu door veel mensen misbruikt in pogingen om ook het aandeel onwaarheid in dat beeld, tot waarheid te verheffen. Alsof waarheid een persoonlijk ding zou zijn dat je naar eigen believen kunt samenstellen, omvormen of zelfs fabriceren zodat het jou goed uitkomt. En dat zou ons van iedere verantwoordelijkheid ontslaan: als waarheid zelf te maken is, en als ieders ‘waarheid’ daarom dus WAAR zou zijn, dan zou onwaarheid per definitie niet kunnen bestaan. Dan kun je, als je gewezen wordt op een onwaarheid (vergissing of leugen), gewoon zeggen: ‘Ja maar, het is MIJN waarheid’. Dat zou wel erg gemakkelijk zijn. Maar zo IS het niet.

Wij MAKEN geen waarheid. Waarheid IS. Het enige dat wij in dit verband kunnen MAKEN (fabriceren), is onwaarheid. Waarheid IS gemaakt, die IS op ieder moment zoals die IS. Die maken wij niet, die kunnen we alleen WAARnemen. Ons beeld bestaat dus uit een selectie uit waarheid (die IS gemaakt) en onwaarheid (die wordt door onszelf gemaakt).

Waarheid aanvaarden, is daarmee niets meer dan onderkenning en aanvaarding van de Schepping (Wat-IS, het AL, DE waarheid, het Universum, God, etc.), en onwaarheid niets meer dan afwijzing (al of niet bewust) van die Schepping (Wat-IS, het AL, DE waarheid, het Universum, God, etc.) in de hoogmoedige veronderstelling die zelf te kunnen maken.

Het proces van bewustwording is dus niets meer dan het (stukje bij beetje) onderkennen en aanvaarden van wat-IS, van waarheid dus. En daardoor wordt onwaarheid vanzelf opgeruimd.

Wij mensen handelen op basis van het beeld dat we hebben, en ons handelen creëert onze realiteit (leugens beïnvloeden bijvoorbeeld ons beeld, en daarmee dus ons handelen, en daarmee dus de realiteit; dat is de functie en de bedoeling van leugens). Dus, hoe meer ons beeld uit waarheid bestaat, hoe meer we handelen in overeenstemming met die waarheid, met Wat-IS. En hoe meer onze daaruit voortvloeiende realiteit dus zal harmoniëren met Wat-IS, met het Universum, met DE waarheid, met het Al, met de Schepping, of (zoals sommigen zeggen) met God.

Dat is de enorme kracht van waarheid. Waarheid bevrijdt ons niet alleen van onwaarheid, maar het herstelt uiteindelijk onze beleving van de perfectie van het Al. Het brengt de perfectie van Wat-IS, van het AL, van de Schepping, terug in onze beleving, en daarmee in ons handelen, en daarmee in de inrichting van ons wereldje. Een wereldje dat nu gebukt gaat onder onze vergissing dat wijzelf waarheid zouden kunnen fabriceren, en daarmee op de stoel van de Schepper (wie of wat dat dan ook moge zijn) kunnen gaan zitten. En alle imperfectie en disharmonie die momenteel zo duidelijk waarneembaar is in onze wereld, is daar het logische gevolg van.

Onderkennen en omarmen van waarheid is daarmee niets meer of minder dan onderkennen en omarmen van de perfectie van de Schepping. Het onderkennen en omarmen daarvan laat het ons ook als zodanig beleven, en het beleven van de perfectie van de Schepping (en dus ook van ons leven; ook wij maken daar deel van uit) is de ultieme definitie van gelukkig zijn. En als we gelukkig zijn met ons leven, dan valt er niets te verlangen (er ontbreekt dan immers niets), niets te bevechten, niets te verdedigen, en daarom niets te vrezen. En dat is simpelweg waar.